Hiken over Inca-paden naar Machu Picchu

Van droom naar drijfnat: ons bezoek aan de mysterieuze Inca-stad  

Een bezoek aan Peru is niet compleet zonder Machu Picchu. Deze wereldberoemde Inca-stad bleef tijdens de Spaanse kolonisatie verborgen en werd pas veel later, zo’n 100 jaar geleden, herontdekt. Nog altijd hangt er een bepaalde mystieke sfeer rond de stad.

Machu Picchu ligt op de grens van de jungle en de Andes (ook wel de “higher jungle” genoemd en er zijn verschillende manieren om er te komen. Je kunt een comfortabele treinreis maken, compleet met diner in de salon-coupé, maar je kunt er bijvoorbeeld ook voor kiezen een deel te voet af te leggen over de paden die de Inca’s vroeger ook bewandelden. Wij kozen voor de avontuurlijke (en tevens budgetvriendelijke) optie en wandelden in vijf dagen van Soraypampa naar Machu Picchu. Een prachtige tocht die de Salkantay trek wordt genoemd!

We begonnen ons wandelavontuur in Cusco, waar we een collectivo naar Mollepata pakten. Een collectivo is in essentie een gedeeld taxibusje dat op een vast punt vertrekt zodra zich genoeg passagiers hebben gemeld. In Mollepata aangekomen, deelden we met andere reizigers een taxi die ons in een uurtje over een hobbelige steile weg naar Soraypampa bracht. Daar werden we warm ontvangen in Soraypampa Hostel. Nadat we ons hadden geïnstalleerd en een lekker bed in de slaapzaal hadden uitgezocht, begonnen we aan onze eerste wandeling.

We kozen ervoor om de route op eigen houtje te doen, zonder gids. Dit gaf ons alle vrijheid om in ons eigen tempo te wandelen, maar dat betekende zeker niet dat we alleen liepen. De gehele weg kwamen we geregeld groepen wandelaars tegen en in de hostels waar we verbleven vonden we steeds weer aansluiting bij bekenden uit eerdere hostels. Voor ons was dat perfect: de vrijheid en flexibiliteit om op je eigen tempo te lopen en zelf pauzes in te delen, maar tegelijkertijd ook de gezelligheid van een groep in de avonden.

De eerste dag van onze trek liepen in een lus naar het prachtige Lake Humantay, een helderblauw meer op 4200 meter hoogte. Een korte, maar uitdagende wandeling waarbij we alvast konden wennen aan de hoogte en genoten van het uitzicht. Die avond aten we met andere reizigers in een gezellige family-style setting, waarna de allervriendelijkste gastvrouw een korte briefing gaf over de wandeling van de volgende dag. De wekker voor de volgende ochtend stond op vijf uur, dus werden de lichten in de slaapzaal rond half negen gedoofd.

De tweede dag stond direct de meest uitdagende etappe van de gehele trek op het programma: de klim naar de Salkantay summit, het hoogste punt van de tocht op 4630 meter. Na een vrolijke wekservice van onze gastvrouw en een heerlijk stevig ontbijt, begonnen we aan onze trek richting de top van de Salkantay-berg. Deze dag liepen we in ruim acht uur van Soraypampa naar Collpapampa, een tocht van 22 kilometer met 780 hoogtemeters, waarbij we de Salkantay top op 4630 meter hoogte passeerden. Aangezien ik (Tessa) tijdens een eerdere hike op hoogte flink ziek was geweest en het heel zwaar had gevonden, maakte ik me vooraf zorgen over hoe deze dag zou gaan verlopen. Het viel gelukkig reuze mee: gewapend met hoogteziekte pillen en kauwend op cocabladeren was de hoogte geen enkel probleem en genoten we enorm van de prachtige wandeling tussen de besneeuwde bergtoppen!

De derde dag bracht ons naar Lucmabamba: 17 kilometer wandelen met 140 hoogtemeters. Toen we op het punt stonden aan de route te beginnen, zagen we een tour-groep een andere weg inslaan. We begrepen van een van de guides dat het oorspronkelijke Inca-pad op dat moment (in het regenseizoen) niet veilig te bewandelen was vanwege grondverschuivingen. We kozen er dus voor om, net als de groepen, ons pad te vervolgen over een brede zandweg. Hoewel deze route wat minder spannend was hadden we prachtige uitzichten. Na vier en een half uur wandelen kwamen we aan bij hostel Lia B&B, een gezellige accommodatie gelegen op een koffieboerderij. Samen met onze vrienden die we in het eerste hostel hadden ontmoet, namen we deel aan de koffietour die de eigenaren verzorgden en hadden we een supergezellige avond in het hostel.

Dag vier was weer een lange, met veel hoogtemeters! Met een beetje geluk zouden we op deze dag ook de eerste uitzichten op Machu Picchu hebben. Op deze dag liepen we van Lucmabamba naar Aguas Calientes: het dorp aan de voet van Machu Picchu. Dit was een wandeling van 27 kilometer en 1462 hoogtemeters. In de ochtendmist volgden we dit keer een origineel Inca-pad wat ons met een flinke klim door de jungle via Inca ruïnes, naar een prachtig uitzichtpunt leidde. Eenmaal daar klaarde het op en zagen we Machu Picchu voor het eerst liggen! Met ons doel nu duidelijk voor ogen, zette we de afdaling in naar het plaatsje Hidroelectrica. Vanaf daar volgden we een treinspoor naar Aguas Calientes, waar we na ruim acht uur wandelen aankwamen. Dit dorp is de uitvalsbasis om Machu Picchu te bezoeken en is daardoor een supertoeristische plaats die zelfs per trein bereikbaar is.

Na een korte nacht in Aguas Calientes, begonnen we om 4 uur ’s ochtends aan de allerlaatste etappe: de klim omhoog naar Machu Picchu. De tocht van 4,7 kilometer en 560 hoogtemeters bracht ons op tijd bij de ingang. We hadden een toegangsticket van 6 uur ’s ochtends geboekt zodat we zonder al te veel drukte van deze indrukwekkende plek zouden kunnen genieten. Samen met onze wandelvrienden, die hetzelfde tijdsslot hadden, boekten we via hun hostel een gids die ons zou rondleiden. Helaas viel deze dag, die de climax van de trekking had moeten zijn, letterlijk nogal in het water… Vanaf het moment dat we de toegangspoorten door liepen, begon het enorm te regenen. Na een half uur wachten, hopend op een opklaring om het uitzicht te kunnen zien, waren we compleet doorweekt. Soppend in onze schoenen en ijskoud deden we snel nog een ingekort rondje waarbij onze positieve gids ons wees op de oude afwateringssystemen die nog altijd goed hun werk deden – en hoe goed we dat nu konden zien. Nadat we later enigszins waren opgedroogd in een koffietentje in Aguas Calientes begonnen we aan onze lange terugreis naar Cusco.

Al met al vonden we de Salkantay trek prachtig en zeer de moeite waard! Door de trek in het regenseizoen te doen, namen we een behoorlijk risico maar we hebben, met uitzondering van de laatste dag, superveel geluk gehad met het weer. Tijdens de wandelingen was het overwegend zonnig en de uitzichten waren prachtig. Hoewel we door de extreme regen op het moment zelf niet heel erg konden genieten van Machu Picchu, kijken we er nu met een lach op terug. En één ding kunnen we met zekerheid zeggen: die Inca’s wisten wel hoe ze afwateringssystemen moesten aanleggen. 😉

Nog een paar tips voor wie ook die kant op gaat…

  • Zelfstandig of met een tour? – wij vonden het heerlijk om deze trek zelf te lopen. De routes zijn goed aangegeven (wij gebruikten de Alltrails app) en je hebt meer vrijheid en flexibiliteit om de dagen in te delen zoals je wilt. Ook is het qua kosten iets voordeliger, maar het scheelt niet heel erg veel.
  • Slaap bij Lia B&B – Geweldig hostel in Lucmabamba op een koffieboerderij. De gratis koffietour waarin je alles leert over het proces van koffie maken is een aanrader.
  • Neem hoogteziektepillen en/of cocabladeren mee –Met name de eerste en tweede dag wandel je op flinke hoogte en dit helpt enorm tegen de ergste klachten!